De stinzentuin ligt in de noordwesthoek van het voedselbos, vlakij de rotonde. Het woord Stins uit stinzentuin komt uit het Fries en betekent stenen huis. Deze stenen huizen stonden in Friesland vaak op landgoederen van adellijke families. Er werden bol- en knolgewassen en kruidachtige planten in de tuinen geplant. Deze bollen en knollen en kruidenplanten bloeiden voordat het blad aan de bomen kwam en het bos donker werd. De bloemen noemde men Stinzenblomkes.
In de stinzentuin van Voedselbos Emmeloord zijn sinds 2019 al meer dan 2500 bloembollen, knollen en kruidenplanten in de bodem geplaatst. Daarnaast is dit gebied goed schoongemaakt, dus ontdaan van allerlei opschot, zodat de bloemetjes goed zichtbaar zijn. Het doel is dat de bloemen hier elk jaar opnieuw opkomen. Eerst bloeien de sneeuwklokjes, de geelbloeiende winterakonieten, de gele en witte krokussen en de blauwpaarse boerenkrokussen. Als die uitgebloeid zijn nemen de paarse boshyacinthen het over. Verder bloeit er longkruid, een plantje met een groen blad met witte vlekken en roze, lila en paarse bloemetjes. En in de loop van de tijd komen er nog aluin, daslook (beide ui-achtigen), anemonen, maartse viooltjes en lelietjes-van-dalen in bloei.
Het is niet de bedoeling dat de planten door het bos gaan woekeren, ook omdat bepaalde soorten oorspronkelijk niet uit Nederland komen. Voedselbos Emmeloord wil juist inheemse planten (planten die van origine uit onze streken komen). Het is een kwestie van experimenteren om te zien wat het waar goed doet. De grond is kleiachtig, met daarbovenop een humuslaag van 70 jaar bos. Daarnaast bepalen factoren als vochtigheid, droogte en veel of weinig zonlicht wat er wel of niet opkomt. De vrijwilligers zoeken naar een balans tussen ingrijpen en aan zichzelf overlaten. Het is zeker niet de bedoeling dat er in de stinzentuin tienduizenden bolletjes geplant worden. Een plantje dat het naar z’n zin heeft, keert uit zichzelf terug.
Gebruikte bronnen: